Reeds op jonge leeftijd dronk ik graag, toen nog met mate .Als beginnende werknemer, had ik niet veel ‘chance’ met m'n werkgevers. Het klikte gewoon niet. Ik besloot een nieuwe job te zoeken, m'n leven een nieuwe draai te geven en volledig opnieuw van start te gaan. Zo belandde ik in de horeca, als kok.
Horeca, …tja daar komt alcohol bij.
In de horeca
Een reuze fijne job, al de collega's waren toffe en lieve mensen.Een klein restaurantje waar alleen vrouwen werkten. Het was de eerste keer dat er een mannelijke collega mee in de zaak kwam. Alle 'dames' waren enthousiast en het werd een reuze nieuwe job, zelfs zeer goed betaald. Maar er kwam dus alcohol bij. Vier pinten werden er vijf, vijf werden er tien en meer… Ook de dames deden graag mee.
Het was wel een zware job, maar het was heel leuk werken. Horeca heeft echter een aparte dagindeling in vergelijking met ander werk. 's Nachts na sluitingstijd begint de pret… Dus werd er gedronken en plezier gemaakt. Het lijkt de hemel maar zonder te beseffen dat stilaan het pad van de (drank)duivel aan het bewandelen bent.
Na enkele jaren werken liet de bazin de zaak over, waarbij ik, noch de collega’s het zagen zitten om met de nieuwe bazen in zee te gaan.
Een beetje op de dool
Ik geraakte op de dool en drank begon meer en meer m'n leven te bepalen. Na verloop van tijd wist ik dat ik met een drankprobleem zat. Meermaals had ik me voorgenomen om te stoppen, probeerde wel, maar het lukte me niet . Na enkele dagen ontspoorde ik telkens weer .
Ik moest hulp zoeken, maar bij waar of bij wie? Ik kreeg wel veel goede raad zoals: “probeer wat te minderen”. Maar steeds vond ik een goede reden om er tóch nog eentje bij te kappen .
Zo belandde ik bij een psychiater, ook wel eens ‘zielenknijpers’ genoemd. Ze weten je vragen te stellen en leggen je ziel bloot. Er werd over van alles gepraat, ,,,,behalve over alcohol.
Af en toe noteerde hij iets, en na een lange, rustige woordenwisseling rondde hij ons gesprek af: “je bent aan de drugs”.
Alcohol is een drug!!
Ik schrok van die uitspraak, ik trok met m'n stoel achteruit, een koude rilling golfde door me heen. “Tsja”, vervolgde hij, “het is een zwaar probleem, er iéts dat in je leven moet gebeuren, wat je een bepaalde klik moet geven om te stoppen”. Hij rondde het gesprek af en zei: “denk er eens rustig over na, we zien elkaar over twee weken”.
Daarmee was de kous nog niet af. Na deze ontmoeting besloot ik tóch nog maar eens te minderen. Zoals elke morgen, begaf ik me naar mijn stamkroeg, om er de krant te lezen. Ik was nog niet binnen of en m'n pint stond al klaar.
Onweer
Plots trok een pikzwarte wolk over de stad, een hevig onweer kondigde zich aan. Thuis zat ik met een lekkend dakraam, ik haastte me naar huis en ik was nog nét op tijd om de klus te klaren. Het dakraam was (voorlopig) hersteld, en toen gebeurde het :
Afdalend van het trapladdertje gleed ik onderuit op de laatste sport (slechts 15cm van de grond), maakte een salto zoals een clown in een circus en viel met volle gewicht op een zware geblokte salontafel die onder mij stond. Resultaat: AL m'n ribben gebroken, een hersenschudding en daar bovenop nog een epileptische aanval.
Mijn vrouw heeft me gevonden, maar ik herinner me verder niets meer. Wanneer ik later in het ziekenhuis ontwaakte, besefte ik dat ik een serieus accident had gehad. Ook hadden drie ribben m'n longen geperforeerd. Ik kreunde van de pijn, ondanks de zware pijnstillers.
Coma
Uiteraard kwam m’n vrouw elke dag op bezoek tot we vernamen dat ik besmet was met een ziekenhuisbacterie. Ik werd in een steriele glazen kooi gelegd en belandde in een coma. Veel mensen overleven zo’n besmetting niet!
Een zéér vreemde ervaring, soms was ik aanwezig dan weer leek het of de stekker definitief uitgetrokken was. Zo heb ik de duivel een hand gegeven.
De pijnen bleven, het waren helse, helse weken. Pas na enkele maanden kon ik het ziekenhuis verlaten met daarna nog een lange lijdensweg om te recupereren.
De klik
Eens terug op krachten, begon het oude scenario opnieuw, maar,,, ditmaal zonder alcohol. In de kroeg bestelde ik een bruiswatertje, waarbij iedereen stomverbaasd keek: “Wat nú? Gestopt met drinken?”. Vaak volgde een lachpartij: “dát hou jij geen week uit!”.
Stoutmoedig bleef ik m'n watertjes drinken. Het uitdagen bleef aanhouden, maar het gaf me des te méér moed om van alcohol af te blijven. Het was een verschrikkelijke moeilijke opgave! Was dit misschien die fameuze klik waar de psychiater over sprak? Ik wilde de duivel niet opnieuw een hand geven…
15 jaar later
Nu zijn we 15 jaar later en ik heb geen druppel alcohol meer aangeraakt. Buiten één uitzondering met een praline waar likeur in zat.
Een alcoholverslaving is een héél zwaar probleem. Als er heel zelden nog een verleiding is dan zeg ik tegen mezelf: “NEE, géén tweede maal de duivel een hand geven!”.
Ik weet voor mezelf: één druppel alcohol in mijn lijf, en ik ben terug vertrokken. Ik benijd soms wel mensen die alleen bij gelegenheid een glaasje drinken. Zelf was ik een bodemloos vat. Ik heb het voldoende keren uitgetest, het werkte gewoon niet om te minderen.
Ik hou het bij water. Punt! Ik maak mezelf niets meer wijs! De goesting om te drinken zal er misschien steeds in blijven, dat zit in de genen vrees ik,,,, Ik hoop dat ik met m'n driest verhaal andere mensen kan helpen.
Hou je sterk en laat je vooral niet beïnvloeden door anderen, kruip niet weg, doe zoals altijd ,,,,maar ,,,,zonder alcohol!
Geloof me, het kan!