Alcohol en school
Alcohol- en ander druggebruik komt voor bij leerlingen op alle scholen. Bij de jaarlijkse leerlingenbevraging door de VAD (Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen) komt telkens tot uiting dat alcohol veruit de meest gebruikte drug is onder jongeren. Er wordt alcohol gedronken vanaf ongeveer 12 jaar en de sterkste stijging van alcoholgebruik situeert zich tussen 13 en 14 jaar. Hoe ouder de leerlingen zijn, hoe meer zij verschillende alcoholische dranken drinken en hoe regelmatiger ze dit ook doen.
Sommige scholen blijken enkel te reageren op alcohol- of druggebruik wanneer er zich acute problemen voordoen. Nochtans is een alcohol- en drugbeleid dat uit verschillende componenten bestaat en op lange termijn is uitgewerkt, effectiever dan het improviseren van tijdelijke maatregelen waarmee enkel 'een brandje geblust wordt'.
Om dergelijk alcohol- en drugbeleid op te zetten kunnen scholen zich laten adviseren door regionale alcohol- en drugpreventiewerkers (zie verder).
Wat kan de school doen?
Een alcohol- en drugbeleid op school bestaat uit verschillende componenten, zoals o.a.:
- Een duidelijke regelgeving. D.w.z. leerlingen moeten weten wat kan en wat niet kan. Als er zich toch ernstige problemen voordoen zou ook moeten geweten zijn wat de mogelijke consequenties zijn en welke procedures er zullen gevolgd worden. Vanzelfsprekend kan elke school hierbij rekening houden met de eigen 'cultuur'.
- Educatie in de brede zin van het woord. Eenmalige campagnes die uitsluitend angst willen aanjagen of die enkel productinformatie geven zonder over normen en waarden te spreken, hebben geen effect of kunnen zelfs averechts werken. Naast normen en waarden kan ook aandacht gegeven worden aan het aanleren van vaardigheden en het eventueel organiseren van gerichte activiteiten voor risicogroepen.
- Aandacht hebben voor het schoolklimaat in het algemeen. Uit onderzoeken blijkt immers dat het schoolklimaat van groot belang is bij het verantwoord leren omgaan met alcohol en andere drugs. Wanneer jongeren zich niet thuis voelen op school, brengt dit een verhoogd risico met zich mee voor alcohol- en ander drugmisbruik. Een positief schoolklimaat wordt bepaald door diverse factoren, zoals: het contact tussen leerkrachten en leerlingen, tussen directie en leerlingen, de leerlingenbegeleiding, de vrijetijdsactiviteiten, en de mogelijkheid tot participatie aan het schoolbeleid door de leerlingen.
- Het aanspreken van alle betrokken partijen. Dus niet alleen de leerlingen, maar ook de leerkrachten, leerlingenbegeleiders, CLB-medewerkers en ouders. In sommige gevallen kan het ook nodig zijn overleg te hebben met lokale overheden en de politie.
- Hulp bieden bij problemen. Hetzij rechtstreeks via leerlingenbegeleiders, of door samenwerking met het CLB dat verbonden is aan de school. Wanneer dit niet voldoende blijkt te zijn kan er verwezen worden naar meer professionele hulpverlening.
Meer info
- Een alcohol- en drugbeleid opzetten (lagere school):
http://www.vad.be/sectoren/onderwijs/lager-onderwijs/een-beleid-opzetten.aspx - Een alcohol- en drugbeleid opzetten (secundair onderwijs)
http://www.vad.be/sectoren/onderwijs/secundair-onderwijs/een-beleid-opzetten.aspx - Een alcohol- en drugbeleid opzetten (hoger onderwijs)
http://www.vad.be/sectoren/onderwijs/hoger-onderwijs/een-beleid-opzetten.aspx - Syntheserapport van de jaarlijkse leerlingenbevraging:
www.vad.be/alcohol-en-andere-drugs/onderzoek/leerlingenbevraging.aspx - Regionale CGG-preventiewerkers:
www.vad.be/over-vad/structurele-partners/cgg-preventiewerkers.aspx